Welk type golfer ben jij?

Heb jij een mep, een zwiep of een swing?

Er zijn maar weinig golfers die snappen wat het verschil is tussen meppen naar de bal, door de bal heen zwiepen en het maken van een echte swing. Maar als je het eenmaal door hebt en met die blik om je heen kijkt op een willekeurige golfbaan of driving range, dan kun je maar één conclusie trekken. De ene helft van de golfers mept, de andere helft van de golfers zwiept, en slechts een enkeling heeft een echte swing. Tot welk van deze drie wil jij behoren?

Meppen

De mep komt vooral voor bij mannen. Kenmerkend voor de beweging: dat hij heel erg gehaast is. De backswing is vaak nog redelijk rustig (dat is dan ook het enige waar een mepper op oefent), maar die rust wordt ruw verstoord door een ziedende hak naar de bal. Ziedend, want er is maar één ding dat een mepper wil: de bal – met veel te veel spierkracht – een enorme oplawaai geven. Een ander kenmerk van mepgolf is dat een goede doorzwaai mist: zodra hij de bal heeft geraakt, breekt een mepper de beweging abrupt af.

Zwiepen

Met de zwiepers, voornamelijk vrouwen, is het helaas niet veel beter gesteld. Belangrijkste kenmerk van de zwiep is dat er in de beweging nauwelijks tot geen versnelling plaatsvindt. Logisch gevolg: zwiepers slaan meestal wel netjes rechtdoor – in tegenstelling tot meppers, wiens bal maar al te vaak rechts of links buiten de baan belandt – maar in plaats van hun precisie hebben zwiepers hun afstand aan de duivel verkocht.

Stabiliteit of stagnatie?

Kiezen voor een mep of een zwiep betekent in feite kiezen voor de korte termijn. Een mep of zwiep is simpeler, daarom eenvoudiger aan te leren en in eerste instantie dus beter herhaalbaar dan een swing; de training ervan zal dus sneller tot betere scores leiden. Echter, op de lange termijn merken meppers en zwiepers dat hun effectieve tik een doodlopende straat is. Wat eerst op stabiliteit leek, blijkt stagnatie te zijn: ze spelen wel constant, maar lopen vast in hun ontwikkeling en komen niet meer verder. En dan is het vaak te laat, want leer hem maar eens af, die mep- of zwiepbeweging!

Langzamer – of sneller?

Hoe anders vergaat het de golfers die kiezen voor een echte swing! Ja, in het begin zul je trager vooruitgaan (tenminste, als je vooruitgang afmeet aan alleen de handicap, wat uiterst twijfelachtig is, maar dat is een ander thema). En ja, het zal langer duren voordat je een zekere mate van stabiliteit in je golfspel ontwikkelt. Maar je legt wél een fundament waarmee je op de lange termijn afstanden kunt gaan slaan en scores kunt gaan neerzetten waarvan meppers en zwiepers alleen maar kunnen dromen.

Eindeloze ontwikkeling

Door te kiezen voor een swing kies je bovendien – en dat is misschien nog wel mooier dan die afstanden en scores – voor de schoonheid, de kern, de geest van het golfspel. Waar meppers en zwiepers bang zijn om iets nieuws te leren – want verandering betekent per definitie (tijdelijk) verlies van stabiliteit, en dat is wel het laatste waar de gemiddelde golfer trek in heeft – open jij met jouw streven naar een echte swing de deur naar een vreugdevol pad van eindeloze ontwikkeling. Een pad waarop je zult ontdekken dat een deel van het plezier en de voldoening die je uit golf kunt halen, verstopt zit in het liefdevol verfijnen van de golfbeweging.